Marlies Kieft en haar man Edwin kregen onverwacht een dochter met het Syndroom van Down; Pippa, hun eerste kindje. Het leven met haar blijkt een bron van universele levenslessen te zijn.
Marlies en Edwin omarmden Pippa met liefde, maar Marlies ontwikkelde een ‘innerlijk zorgcentrum’: altijd beschikbaar en ‘heilig’ moeten zijn. Ondanks haar worstelingen kwam Marlies erachter dat ze van binnen een ‘reservoir van kracht’ kan aanspreken.