En dat had ik allang niet meer gedaan. Verlangen naar de dood. Jaren terug was dat voor het laatst. Nee, de afgelopen jaren geloofde ik zelfs dat het leven iets moois en unieks was. Het leven dat ik leidde vond ik prachtig. Tot het moment dat negatieve stemmen grip kregen in mijn hoofd. Het had iets van een sneeuwbaleffect. Het werd erger en erger. Ik kreeg ook steeds minder zin om dingen te ondernemen. Dingen die je onderneemt om je leven leuker te maken.
Mensen doen van alles om het leven leuk te maken. Om psychisch in balans te blijven zeg maar. Werken, is daar een voorbeeld van. Naast je werk doe je misschien aan sport en heb je verschillende hobby's. Je doet mee aan activiteiten alleen maar om je gelukkig en nuttig te voelen. Soms zet je je actiever in en treed je toe tot het bestuur van een sportvereniging. Noem maar op. Zelf dacht ik dat ik mijn leven leuk had ingekleurd.
Ik had een leuke baan, deed aan verschillende sporten en zet me actief in om het lot van psychiatrische patiënten te verbeteren. Elke dag had ik dus verschillende dingen te doen om mijn leven leuk te maken. En ik vond het leuk. Totdat ik dus vervelende stemmen begon te horen. Stemmen die ik eigenlijk voor mijn opname ook hoorde. Heel negatief. Ik kon niets, leuk geprobeerd maar het wordt toch niets met jou. Je bent een loser en je kan maar beter dood zijn. Ik had letterlijk het gevoel dat ik weer terug was bij af. En niet een beetje terug bij af, nee helemaal!
Kennelijk bestaat mijn leven uit zulke periodes. Ik heb namelijk het etiket bipolair te zijn en ja, ik heb gemerkt dat mijn stemming zelfs per dag en op een dag verschillend kan zijn. Dat is vervelend, maar je kunt er weinig tegen doen. Tijd voor je zelf nemen is de enige remedie. Heb ik gedaan. Ik ben een tijdje niet meer naar mijn werk gegaan. Sport en hobby's heb ik links laten liggen. Ik heb helemaal niets gedaan en me steeds afgevraagd waar ik überhaupt mee bezig was. Dat helemaal niets doen ging me trouwens gemakkelijk af.
Met moeite stond ik op rond een uurtje of één in de middag. Het liefst was ik blijven liggen met een deken om me heen, maar je moet toch een keer opstaan. Douchen deed ik nauwelijks, laat staan een schone onderbroek aantrekken. Nee mijn uiterlijke verzorging stond op een laag pitje. En dan de rest van de dag apathisch voor me uit staren en niets doen en je totaal leeg en k*t voelen.
Gelukkig heb ik in der loop der jaren een stevig fundament opgebouwd waar begrip en respect de boventoon voert. Er was begrip van mijn baas, familie en vrienden, maar ook respect om de manier hoe ik er mee omging. Op zulke momenten denk je daar niet aan en krijg je weinig binnen, maar achteraf ben je daarvoor dankbaar en trots. Nu gaan we er weer met frisse zin keihard tegenaan!
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn