Jaarlijks komen er ongeveer veertig tot vijftig huilbaby's op de kinderpoli van het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. Ongeveer de helft van deze baby's wordt opgenomen, maar negen van de tien keer is het achterliggende probleem niet medisch. Baby's die excessief huilen hebben bijna nooit een gezondheidsprobleem. Dit meldt het Dagblad van het Noorden.
Ouders laten hun huilbaby vaak controleren door de kinderarts. Na controle besluit deze soms tot opname. Het ziekenhuis gebruikt de eerste twee dagen om de baby aan de nieuwe omgeving te laten wennen en om een medische oorzaak uit te sluiten. “De perceptie bij ouders is toch: het kindje huilt, heel vaak en hard, er moet iets mis zijn. Sommige ouders maken zich sneller ongerust. Uitgangspunt is dat ze serieus worden genomen. Zij ervaren het als geen probleem en hebben hulp nodig. Een opname doen we echt alleen als niets anders heeft geholpen”, zegt kinderarts Suzanne Broekhuizen. Zodra een baby is opgenomen wordt deze nauwlettend geobserveerd door een kinderverpleegkundige en pedagogisch medewerker. Op basis van signalen proberen zij de onrust in het kind te achterhalen en wat het nodig heeft om beter te slapen.
Soms komt het wel voor dat excessief huilen een gevolg is van een medisch probleem. Zo had Margriet Jonker een baby die bijna onafgebroken huilde. Jonker volgde adviezen van het consultatiebureau en zorgde voor veel rust en regelmaat in het leven van haar zoontje. Ook werd de voeding regelmatig aangepast en moest ze op een gegeven moment stoppen met borstvoeding, maar niets hielp. Na zeven weken bracht ze het jongetje naar het ziekenhuis in Assen. Onderzoek leerde dat hij de ziekte reflux had. Hij had lichamelijke klachten, dronk niet goed en had een groeiachterstand. Met de juiste medicijnen ging het beter en mocht de baby na een paar dagen naar huis. “Hij ging lachen, was ontspannen. Eindelijk hadden we een baby zoals andere baby's. Alleen het doorslapen ging soms nog wel wat moeilijk”, aldus Jonker. Ze adviseert ouders met een huilbaby om hulp te zoeken, op een bepaald moment moet de cirkel doorbroken worden. Jonker is blij met de hulp die ze kreeg van de kinderarts, verpleegkundigen en pedagogische medewerkers van het ziekenhuis.
Huilen is een onderdeel van het normale gedragspatroon van een baby, de huilpiek is tussen zes weken en drie maanden. Er wordt gesproken van excessief huilen als een kindje tenminste drie uur per dag, drie dagen per week en drie weken achter elkaar veel huilt. Echter is dit voor kinderarts Broekhuizen niet leidend. Er hoeft volgens haar geen grens getrokken te worden bij een bepaalde hoeveelheid huilen. Wanneer een ouder zich zorgen maakt over het huilen van de baby, moet dit altijd serieus genomen worden.
©Nationale Zorggids